tekstbureau Iris Stam

 

RIS: Relaties, Intimiteit en Seksualiteit

Alles wat je wilt weten

Philadelphia vindt het belangrijk dat cliënten zich veilig en prettig voelen. Met elkaar praten over emoties hoort erbij. Net als ‘nee’ mogen zeggen. Of vragen stellen over liefde en lichaam. Niets is gek. In dit artikel vertellen we meer over RIS: Relaties, Intimiteit en Seksualiteit.

Wat is RIS?

Relaties, intimiteit en seksualiteit zijn onderdeel van het dagelijks leven. Ook voor de cliënten van Philadelphia. Het zijn onderwerpen die veel vragen oproepen. Bijvoorbeeld: Kun je vrienden worden op Facebook met iemand die je niet kent? Een medebewoner bemoeit zich te veel met je. Of een collega plaagt je. Wat doe je dan? De chauffeur van het busje legt zijn hand op je been. Mag je zeggen dat je dat niet prettig vindt? Wat gebeurt er met je als je in de puberteit komt en er opeens van alles begint te groeien? Hoe ziet het lichaam van een jongen eruit? Wat doe je, als je verkering hebt? En wat, als je een relatie hebt en samen een kindje wilt krijgen? Veel (coördinerend) begeleiders, ouders en belangenbehartigers vinden het niet altijd makkelijk om hier antwoord op te geven. En cliënten weten vaak niet dat ze hierover kunnen praten. Trainingen leren alle partijen hoe ze de soms lastige thema’s bespreekbaar maken.

 

Meer over het waarom

Philadelphia biedt verschillende cursussen aan op het gebied van seksualiteit en/of weerbaarheid. De doelen zijn: cliënten bewust maken van wie ze zijn, ze in hun eigen kracht laten komen en ze leren hun grenzen duidelijk aan te geven. Voordat iemand dat kan, moet een goede basis gelegd worden. Want wanneer een cliënt zich niet bewust is van ‘ja’ (prettig) of ‘nee’ (niet prettig), kan hij of zij hier ook niet naar handelen.

 

Wat gebeurt er in een training?

Het begint allemaal met het herkennen van gevoelens. Philadelphia gebruikt daarvoor de methodieken ‘Deurtje open, deurtje dicht’ en ‘Baas over eigen lijf’, ontwikkeld door Christien van Andel. Cliënten leren tijdens de training welke vier basisemoties er zijn: bang, boos, blij, verdrietig. Wat is het verschil ertussen? En hoe voelt het om jaloers, teleurgesteld of verliefd te zijn? Philadelphia stelde hiervoor het communicatieboekje samen, een prachtig middel om samen in gesprek te gaan. Ook gaan cursisten aan de slag met het laten zien of benoemen van wat ze mooi, lekker of leuk vinden. Bijvoorbeeld door het knippen en plakken van plaatjes of – bij hoger niveau – door het op te schrijven. De titel ‘Deurtje open, deurtje dicht’ geeft aan dat de cliënt altijd de regie heeft. Zelf de keuze mag maken: ik stel mezelf open of ik sluit mezelf af. Ik vind iets plezierig en ik doe de deur open. Of ik vind iets niet aangenaam en ik doe de deur dicht. In een vervolgcursus van de leerlijn ‘Leerbaar en Weerbaar’ krijgen cliënten meer handvatten aangereikt waarmee ze leren hun wensen en behoeften kenbaar te maken.

 

Wordt bij trainingen altijd hetzelfde gedaan?

Een deel van het programma staat vast. Dit is het raamwerk van de training. Verder is elke cursus maatwerk, afgestemd op de vraag van de cliënt, coördinerend begeleider en de ouders of belangenbehartigers. De gedragsdeskundige van een locatie legt het verzoek tot aanmelding neer bij een coördinerend allround trainer, die verantwoordelijk is voor alle trainingen in een regio. Samen brengen ze in kaart wat precies de hulpvraag van de cliënt is. Wat is het vermogen van de cliënt? Op welke wijze kun je met hem of haar communiceren? Wat wil de persoon leren? Is iemand gebaat bij een individuele training? Of verdient een cursus in groepsverband de voorkeur? Is er wellicht behoefte aan een groepje van alleen mannen of vrouwen? Zodra alles helder is, wordt de training vormgegeven. Daarna kunnen de de trainer en de cliënt(en) aan de slag.

 

Wie zijn er nog meer bij een training betrokken?

Wanneer de training is afgelopen, is het van groot belang het geleerde vast te blijven houden, door herhaling van het onderwerp in het dagelijks leven. De ondersteuning van de (coördinerend) begeleider, vrijwilligers of belangenbehartigers is daarbij meer dan welkom.

 

Preventie: ook daarom is RIS belangrijk

Als de basis goed is, kan een cliënt daar altijd op terugvallen. De persoon is dan vertrouwd met het eigen lichaam. Voelt zich op zijn gemak bij de directe mensen in de omgeving. Weet: ik mag alles vragen. En vertellen. Ook als er iets is gebeurd dat niet prettig is. Zo kan een onwenselijke situatie al in een vroeg stadium in de kiem worden gesmoord. Niet altijd durft iemand uit zichzelf over de nare ervaring te vertellen. De begeleider kan het laatje dan voorzichtig, stukje voor stukje, met de cliënt openen.

Een veilige en gezonde basis werkt ook preventief als het gaat om misbruik. Seksuele voorlichting op jonge leeftijd is belangrijk. Zo leert de cliënt dat het lichaam de moeite waard is, dat er niks mis is met het ontdekken ervan, dat masturberen niet raar is. Maar dat in contact met anderen niet elk gedrag acceptabel is. Zoals onder de rok kijken van een medebewoner. Of met jezelf spelen in gezelschap.

 

In de maak: ‘RIS aan de keukentafel’

Hoe reageer je als een cliënt tijdens het eten van de boerenkool opeens een onderwerp over seks aansnijdt? Wanneer is het een vraag waar je als begeleider zo antwoord op kan geven? En wanneer moet er een training ingezet worden? Wat als je van praten over seks het schaamrood op de kaken krijgt? Vanuit deze vragen en dilemma’s werd de training ontwikkeld, die bestaat uit een e-learngedeelte en een dagtraining waarbij medewerkers aan de slag gaan met concrete praktijkvoorbeelden. Deze zomer komt de cursus in het Leerhuis.

Kader 1

Kader 2

Kader 3

“Echt waar, werkt het zo?”

Judith Kreijne, coördinerend allround trainer: “Tien jaar geleden begon ik bij Philadelphia als begeleider. Op mijn locatie werkten we met ‘Deurtje open, deurtje dicht’. Mijn interesse voor RIS was gewekt. Zozeer, dat ik hbo-opleiding Seksuologie ging volgen. Vijf jaar geleden studeerde ik af. Ik vind het goed dat er binnen Philadelphia zoveel aandacht voor RIS is. Het is een recht van cliënten. Ik geniet van de blije gezichten als ik iets uitleg. ‘Echt waar, werkt het zo?’ Ze bloeien op, omdat je ze informatie geeft. Ik zie ze uitgroeien van schuchter en verlegen naar trots en weerbaar. Dat vind ik waardevol.”

“We zijn uniek in onze aanpak”

Esther Primowees, manager zorg Expertisecentrum en seksuoloog: “Sinds de jaren ’90 houd ik me bij Philadelphia bezig met RIS. We hebben het thema heel breed opgezet. We werken met basistrainers, allround trainers, coördinerend allround trainers, seksuologen en acht aandachtsfunctionarissen van de Commissie Misbruik. Deze gedragsdeskundigen gaan aan de slag met de telefonische meldingen en de meldingen die vanuit het meldloket binnenkomen. Veel organisaties in de zorg voor verstandelijk beperkten richten zich alleen op de negatieve kant. Daarnaast dragen te weinig mensen de verantwoordelijkheid voor dit thema. Wij vinden dat te mager. Daarom besteden we ook veel aandacht aan emoties, weerbaarheid, relaties en intimiteit. Daarin zijn we uniek.”

“De bewustwording vind ik het mooiste”

Johanna Veerman, coördinerend begeleider in Huizen en basistrainer ‘Leerbaar en Weerbaar’ in de regio Amsterdam: “In kleine groepjes heel gericht aan de slag gaan, met behulp van allerlei werkvormen, zoals gesprekken, rollenspellen, bewegingsoefeningen, stukjes film, illustraties, een kwartet. Dat vind ik het leukste van mijn werk als trainer. En het mooiste? De bewustwording. De cliënten leren zichzelf kennen, krijgen meer zelfvertrouwen en durven daardoor beter hun grenzen aan te geven. Ik ben enorm enthousiast. En wil me op het vlak van RIS verder ontwikkelen. Zodat ik cliënten beter kan ondersteunen met hun vragen op het gebied van seksualiteit.”