tekstbureau Iris Stam

 

Bing en Han Go over hun familiebedrijf Go-Tan

Altijd op zoek naar het soepje van oma

Tussen de rivieren de Waal en de Neder-Rijn, in de streek waar in de nazomer blozende appels en sappige peren aan de takken van de fruitbomen hangen, staat een fabriek waar de medewerkers en de machines flink productie draaien. Geen potten met zoete confitures zijn het, die over de lopende band voorbij komen, maar flessen met exotische wok-essentials, vers afgebakken kroepoek, pittige pindakoekjes en zakjes met verfijnde Indonesische kruidenmixen.

In een andere hal van de fabriek pruttelt in een grote pan een bruinrode saus vol verse ingrediënten. Han Go (39), adjunct-directeur van Go-Tan, licht het deksel op en snuift genietend. “Bijna net zo lekker als de geur die bij oma uit de kookpot kwam.” Bing Go (45), algemeen directeur van de onderneming in Aziatische producten, knikt instemmend.

Dierbare herinneringen hebben de broers aan hun grootmoeder, die na de Tweede Wereldoorlog met opa en zeven kinderen vanuit Indonesië naar Nederland kwam. Opa ging, met een van de zoons, in de verzekeringen, oma begon een restaurant in Amsterdam, geholpen door kinderen, broers, zussen, neven, nichten en vrienden. Een hechte club was het, van hardwerkende mensen die in het wat kille Holland een nieuw bestaan probeerden op te bouwen. Eten en gezelligheid speelden in de familie Go een belangrijke rol. Bing Go: “Oma, die bijna honderd is geworden, was de hele dag aan het koken, ook toen ze het restaurant niet meer runde. In het kleine rijtjeshuis van haar en opa in Amstelveen, was iedereen welkom. Soms waren er wel vijftig mensen, alle kamers, gangen en trappen stonden dan vol. Over sport of over politiek werd zelden gepraat. Maaltijden waren gespreksonderwerp één, twee en drie. In onze jeugd reden we zo’n beetje elk weekend vanuit Kesteren, waar we vanwege de uitbreiding van mijn vaders bedrijf in 1975 waren gaan wonen, naar die bruisende familiesociëteit.”

 

Voorkeur voor een familiebedrijf

Tien jaar leiden Bing en Han Go het bedrijf dat hun vader in 1954 in Naarden had opgezet. Han Go:“In de eerste jaren na ons aantreden, had Go-Tan niet een heel duidelijke uitstraling. Sinds een jaar of vijf leggen we de nadruk op het feit dat wij een familiebedrijf zijn. Het is bijzonder om te merken dat consumenten alleen al om die reden een voorkeur voor ons merk hebben. Dat we hen, door die focus op traditie, gezelligheid en puurheid, blijkbaar een goed gevoel geven.”

Bing Go: We hebben een relatief simpele filosofie: we doen wat we zelf leuk, mooi en lekker vinden. Als iets niet bij ons in de smaak valt, verkopen we het niet. Dat is soms frustrerend voor onze productontwikkelaars. ‘We hebben het intern getest, iedereen vindt het heerlijk,’ horen we dan. Mooi pech. De gerechten uit onze familie zijn ons referentiekader. Dat soepje van oma, dat gerecht van tante. Daar zijn wij naar op zoek.”

Ook in het zakendoen komt de Chinees-Indonesische achtergrond naar voren. Bing Go: “We zijn niet heel hard en direct. Wat overigens niet betekent niet dat we niet zakelijk zijn. Maar we proberen dingen op onze eigen manier aan te pakken. Relaties komen bij Aziaten voor het functionele. Als je in het Verre Oosten handeldrijft, moet je eerst veel samen eten, voordat je überhaupt over product en prijs praat. Bij ons gaat het wel wat sneller. Maar het sociale, iemand eerst beter leren kennen, vinden we heel belangrijk.”

Core-business van Go-Tan is het leveren aan de retail in Europa. Ruim honderd artikelen voert het bedrijf. In het ene land is het aanbod ruimer dan in het andere. Bing Go: “Bij ons gaat het niet zozeer om de kracht van het gehele assortiment, maar om de kracht van het individuele product. Het moet zó goed zijn, dat mensen het de volgende keer weer kopen. In Frankrijk is de kroepoek heel populair, in Scandinavië houdt men erg van chilisaus. We zijn nu bezig om ons merk buiten Nederland nog beter te positioneren. De naamsbekendheid van Go-Tan in die zeventien andere naties te vergroten. En het aantal artikelen per land op te schroeven.”

 

Bevlogen ondernemer

Vader Go begon met Shanghai-nootjes. Bing Go: “Een voorloper van het borrelnootje, maar dan met een authentiek oosterse smaak en boordevol knoflook. Na enige tijd trokken de nootjes de aandacht van De Bijenkorf. Met die grote order werd de basis voor Go-Tan gelegd. In de jaren die volgden breidde mijn vader het assortiment uit met sambals, ketjaps, boemboes en natuurlijk kroepoek. Hoogtepunt was de introductie van de kleine borrelkroepoek, midden jaren zeventig.”

Han Go: “Pa was een bevlogen ondernemer. Hij hield van experimenteren en was continu bezig met het verbeteren van het productieproces.” Bing Go: “Het inpakken van de kleine kroepoek bijvoorbeeld, was heel lastig, omdat het een licht product is dat tegelijkertijd veel ruimte inneemt. Een computerweger zou een uitkomst kunnen zijn. Hij stortte zich op het onderzoek. Niet lang daarna werd hij langdurig ziek. Ik was toen een jaar of twintig en studeerde werktuigbouwkunde in Delft. Als tweedejaars student nam ik het onderzoek van hem over. Een opmerkelijke ervaring… Uiteindelijk schafte ik een machine van 240.000 gulden aan, een enorme investering. Gelukkig verdiende de computerweger zichzelf, door zijn nauwkeurigheid, snel terug. Er was veel minder verlies per zakje: van 5 gram naar een halve gram. Die technologische ontwikkeling leidde ertoe dat wij op het gebied van Aziatische snacks binnen Europa het grootste merk werden. Niet wat betreft volume, wel qua spreiding. Daar ben ik enorm trots op.”

 

Geloven in een product

In 1984 overleed de innovatieve fabrikant. De adjunct-directeur, een goede vriend van de familie, nam het roer voor veertien jaar over. Han Go: “Pa sprak vroeger met ons nooit over de opvolging. Hij vond het ontzettend belangrijk dat we gingen studeren. Ik heb een IT-opleiding gedaan, anderhalf jaar gesnuffeld aan industrieel ontwerpen en ben afgestudeerd in commerciële economie. Daarna werkte ik zes jaar op de financiële afdeling van een groot Amerikaans bedrijf. Bing is afgestudeerd werktuigbouwkundige. Voordat we in Go-Tan stapten, hebben we samen een aantal jaren het management van een eigen franchise-organisatie in toko’s gedaan. Een goede leerschool, onze kennis van Aziatische producten is daardoor enorm.”

Bing Go: “Toen de directeur van Go-Tan, die wij als een oom beschouwden, met pensioen ging, was ik zover dat ik mezelf kandidaat durfde te stellen. Graag wilde ik voortzetten wat mijn vader had opgebouwd. Ook Han maakte die keuze.”

Han: “Spannend was het wel, want we waren relatief jong. Risicovol was het ook, want het bedrijf was toentertijd afhankelijk van slechts enkele klanten.”

Bing Go: “We waagden het erop, gesteund door onze oudste broer, die in Singapore een succesvolle vermogensbeheerder is. Gedrieën kochten we de aandeelhouders uit, waaronder onze moeder uit, die de grootste was.”

Han Go: “Onze broer is commissaris van Go-Tan, hij beoordeelt de financiën en de algemene strategie. Bing en ik houden ons bezig met die strategie, met de marketing- en productontwikkeling en het contact en de onderhandelingen met leveranciers, klanten en collega-bedrijven. Als algemeen directeur neemt Bing de eindverantwoording. Verder is er geen strikte scheiding van taken. We zijn het vrijwel zelden oneens.Waarschijnlijk omdat we zo ontzettend op elkaar lijken.”

Bing: “Vooral het creatieve proces geeft ons een kick. Han is de meest spontane van onze tweeën, hij is van de wilde plannen, geeft de impuls voor nieuwe ontwikkelingen. Als hij gelooft in een product, is hij enorm gepassioneerd, tot in de details van de uitwerking . Dan kan hij erg vasthoudend zijn. Zoals bij de wok-essentials. Go-Tan was de eerste die deze kant-en-klare sauzen in Nederland op de markt bracht. Ze bleken een doorslaand succes.”

Han Go: “Zo onzeker als in het begin, zijn we niet meer. Ik bewonder Bing. Hij is de zakelijkste van ons tweeën. Een rasechte visionair is hij. Iemand die in staat om jaren vooruit te denken. Dat legt ons geen windeieren. Het bedrijf groeit, 2007 was het beste jaar sinds we begonnen.”

Bing Go: “Het leiden van dit prachtige familiebedrijf voelt steeds vertrouwder. Het past helemaal bij ons. Na Europa hebben we andere continenten in het vizier. We hopen van harte dat we ook de mensen daar warm weten te maken voor de gezellige eetcultuur van het Verre Oosten.”

Kader 1

Kader 2

Vijf persoonlijke zakentips van Han Go

• Ontdek je eigen passie als ondernemer en zorg ervoor dat die werkelijk ruimte krijgt in  je werk

• Op een hoger niveau werken is effectiever communiceren

• Wees je eigen klant. Ik koop onze producten vaak in de winkel

• In kleine organisaties organiseer je naar aanwezig talent, verander mee

• Veel ‘domme’ vragen stellen is vaak heel slim. Zeker als het financiën betreft

Vijf tips voor een familiebedrijf van Bing Go

• Doen! Er is niets leukers dan het leiden van een eigen bedrijf

• Pak het professioneel aan, maak afspraken en leg ze vast

• Zorg voor een goede, onafhankelijke board

• Doe aan vermogensbeheer, spreid je risico's

• Onderken de wensen en behoeften van de verschillende generaties